Auto Da Fé: background
Encyclopedia
Britannica Article
(Portuguese
“act of faith”)
Plural
autos-da-fé, Spanish auto de fé a public ceremony during which the sentences
upon those brought before they were read and after which the sentences were
executed by the secular authorities. The First auto-da-fé
took place at Sevilla (Seville) in 1481; the last, in Mexico in 1850. The
ceremonies, which became increasingly elaborate and spectacular, were normally
staged in the city plaza.
---------------
As we do:
- Abraham Athias; Shabbat Chol haMo’ed Pesach (“Shabbat Medianos de Pesach”), or on the 7th day of Pesach if there is no Shabbat Chol
haMo’ed.
- Abraham Athias: Shabbat Divré (1st Shabbat in the three weeks between 17 Tammuz & 9 Av).
See picture, page in “white hashcavot
book”
- Rachel Dias Fernades; Shabbat Tesuva (Shabbat before Jom Kipur)
The three names for these hashcavot are added in handwriting to my copy
of seder hazanut on pages 179,182 & 188. Further, all three auto dafe’s
are noted as such in hashcavot books.
Unsolved questions:
- Why
only these two persons?
- Why
at these days? According to the Hascabot books (both white & brown):
Athias died on 17 tamuz, so haschcava should be Shabbat thereafter.
Fernandes died on 5 tishri, so haschcava should be Shabbat thereafter.
- Why
Atias again on Medianos Pesach?
Daniel
Levi De Barrios (1635-1701) wrote the allegorical comedy:
Contra la Verdad no hay
fuerza, panegírico a los tres bienaventurados mártires Abraham Athias, Jahacob
Rodríguez Cáceres y Raquel Núñez Fernández, que fueron quemados
vivos en Córdoba para santificar la unidad divina en 16 de Tamuz año 5425.
There is no force against truth: panegyric to the three glorious martyrs Abraham Athias, Jahacob Rodríguez and Raquel Núñez Fernández who were burnt alive in order to sanctify divine unity on 16
Tamuz, 5425.
This relates only one of the three names (Abraham Athias), with one day offset of the second time we mention him: 16 vs 17 Tammuz, (see Encyclopedia Sephardica Neerlandica page
32 on this discrepancy). Mind that de Barrios refers to Raquel
Núñez Fernández, whilst the third hashcava is for Rachel Dias Fernades.
Possible
answer to the first & third question:
The three hashcavot refer to three different burnings. From each burning only one person is named. See
e.g. the second haschava. As can be seen form de Barrios, three persons where burnt but only Abraham Athias is mentioned in the haschava.
All three names and dates are mentioned in four independent sources: in the
brown hashcavot books, in the white hashcavot books and in two different
annotated Seder Hazzanut prints on pages 179, 182 and 188 respectively. It is
very unlikely to assume that four independent persons made the same very obvious
mistake. Therefore I assume there have been two different Abraham Athias, burnt
at different dates. Unfortunately I couldn’t find proof for this.
---------------
Uin de notulen van de Kerkenraad 2 februari 1910
(archief 334.A voorlopige nummer 12 p. 249-250)
'Voorstel
van den Heer E. Colaço Osorio om het gebruikelijke gebed Ascabah voor hen die
als slachtoffers van de Spaansche Inquisitie op den brandstapel het leven hebben
gelaten, voortaan met meer plechtigheid binnen de synagoge te doen uitspreeken.
In de toelichting zegt de Heer Colaço Osorio dat het zijne bedoeling is dit
gebed door den dienstdoenden voorlezer voor de lezing van de Sepher torah te
doen uitspreken even als dit voor sommige personen wien men eene eervolle
onderscheiding wenscht toe te kennen, reeds geschiedt.
Door den voorzitter is dit voorstel gesteld in handen van het Dagelijksch
Bestuur tot advies en voordracht.
Dit college rapporteert dat over dit voorstel de meeningen verdeeld waren. Een
meerderheid heeft dit voorstel zeer toegejuicht, een minderheid was van oordeel
dat er geen aanleiding bestond om verandering te brengen in de wijze waarop dit
gebed sedert onheugelijke tijden wordt uitgesproken. Daarenboven werd door de
minderheid er op gewezen dat niet alleen de in het meer gemelde gebed genoemde
personen werden verbrand, doch dat ook zeer vele andere geloofsgenooten het
zelfde lot hebben ondergaan. Zij acht het onbillijk tegenover deze laatsten,
indien men uitsluitend de eersten vermeldt. Dit laatste motief is door de
meerderheid erkend zoodat het Dagelijksch Bestuur voorstelt het voorstel van den
Heer Colaço aan te nemen, doch daaraan toe te voegen het besluit dat dit gebed
in het vervolg ook zal bestemd zijn voor al de geloofsgenooten die door de
Inquisitie het leven hebben verloren.
De Heer Colaço kan zich met het advies wel vereenigen. Hij heeft niet
voorgesteld uit te breiden, doch uitsluitend het gebed meer op plechtiger wijze
uit te spreken en wel uit eerbied voor de nagedachtenis van deze ongelukkigen.
Bovendien vormt het een stuk oude geschiedenis der Gemeente, dat voor het
nageslacht op meer treffende wijze dient te worden bewaard.
Na eenige discussiën wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.'
(a translation is available at the end
of this page)
Zie
de de vermelding van de hashcava en verwijzing naar deze vergadering op de foto
in het gele hashcabot boek (in rood) en de vermelding van de hashcava in
het bruine boek.

Dit verklaart waarom hier niets over is
te vinden in seder chazzanut: die zijn van voor 1910 (Brandon).
Dit verklaart ook waarom de extra tekst
niet in de oude boeken staat, maar pas voor het eerst in de uitgave van 1928.